Op Koers naar...
10-05-2020
... the lights … of the land … the island … the sky … he need only … lift his head … his eyes … he’d see them …
(Samuel Beckett, Cascando)
Van kinds af aan ben ik gefascineerd door theater, dans, film, muziek. De werelden die er werden opgeroepen leken me werkelijker dan de wereld zoals die zich dagelijks aan me voordeed. Door de jaren heen vond ik antwoorden om het leven dragelijk te maken. Maar gebleven zijn het idee en het gevoel, dat theater, dat kunst me het leven beter doet begrijpen dan welke puur logische analyse ook. ‘Alleen die gedachten zijn waar die zichzelf niet begrijpen’ schreef Theodor W. Adorno. En Pierre Audi in een interview: ‘Kunst haalt de mens weg uit de dagelijkse werkelijkheid, en zet hem terug met iets meer.’
Als 15-jarige maakte ik kennis met het toneelwerk van Samuel Beckett, en met het werk van componist John Cage. Het schrale universum van Beckett, de in die tijd ‘absurdistisch’ genoemde teksten en personages, hebben een blijvende indruk op mij gemaakt. Het bevrijden van geluid uit de gangbare muziekesthetiek, het gebruik van toeval en synchroniciteit bij Cage hebben mij gegrepen. Alles leek mogelijk; alles leek op een diep niveau met elkaar verbonden.
Ik volgde 4 jaar lang een theateropleiding in Parijs en kreeg les van regisseurs en acteurs uit de internationale theater avant-garde van die tijd: Teatr Laboratorium van Jerzy Grotowski, het Living Theatre, Théâtre du Soleil, Théâtre de l’ Opprimé van Augusto Boal, het Roy Hart Theatre, Yves Lebreton, Carlo Boso van het Piccolo Teatro de Milano; en door alles heen ademden de ideeën en het werk van Peter Brook, op dat moment als regisseur werkzaam in Parijs.
Het werk van Beckett, van Cage, van mijn leermeesters in Parijs zoekt voorbij de wetten van het naturalisme en van heersende artistieke conventies. Ze geven rechtstreeks toegang tot de parallelle werelden die mij van kinds af zo vertrouwd waren.
Als acteur kan ik door het aannemen van een rol, door de aanwezigheid van licht, geluid, objecten, decor, zelfs fysiek in zo’n parallelle wereld binnentreden en verwijlen. Als acteur ben ik ook de brug tussen die gecreëerde wereld en het publiek. Daarvoor staan mij fysieke middelen ter beschikking en theatertechnieken, waarvan timing de meest krachtige is. Ofwel de stilte het werk laten doen.
Grotowski en Brook benadrukken dat de kern van het theater, teruggebracht tot de essentie, communicatie is; ofwel: in dat parallelle universum adem ik gelijk met mijn mede-uitvoerders, met het publiek. Door mijn samenwerking met Japanse musici en dansers leerde ik later, dat ik als uitvoerder samen met mijn mede-uitvoerenden en met het publiek een gemeenschappelijk universum heb (in het Japans: kuki). Het afstemmen op dat gemeenschappelijke universum is de basis van elke uitvoering.
Als beginnend professioneel acteur werd ik na mijn opleiding gecast voor vele voorstellingen en televisieseries; soms voelde ik mij er thuis, vaak ook niet; commerciële motieven hadden dan de overhand en bepaalden de artistieke taal, het productieproces, de wijze van samenwerken tussen uitvoerenden onderling. Diepongelukkig als acteur in een commerciële musical besloot ik mezelf in 2001 plechtig, in een kleedkamer van de Stadsschouwburg Groningen, dat ik vanaf dat moment alleen nog maar aansluiting zou zoeken bij theaterinitiatieven die het productieproces hanteerden en de artistieke taal spraken, waarbij ik me thuis zou voelen.
Tot 2012 duurde het nog, voor ik besloot definitief te stoppen met het zoeken naar werk in het gevestigde theater en terug te gaan naar mijn oorspronkelijke fascinatie voor het theater; van daaruit te zoeken naar een eigen theatertaal, gestoeld op de werken, boeken en artikelen van vooral Samuel Beckett, John Cage, Peter Brook, Jerzy Grotowski, Yoshi Oida en Zeami Motokiyo.
Deze site is het logboek van de zoektocht, een uitnodiging aan jullie, bezoekers, om mee te denken en mee te ontwikkelen.
Ik ervaar het loslaten van de oude theaterconventies als een langzaam, weerbarstig proces. En het vergt lef: de onderliggende wetten en aannames van deze conventies – in een aantal weken op zoek naar een verkoopbaar eindproject, dat het oordeel van de critici moet kunnen doorstaan en waarin het succes van de individuele acteur de basis is voor succes, in marktwaarde uitgedrukt – om er maar een paar te noemen – vormen een hardnekkig, vaak belemmerend onderdeel van mijn innerlijk systeem. De projecten vanaf 2012 zijn een oefening in het loslaten; zoals gezegd een weerbarstig en tegelijkertijd bevrijdend proces.
Als referentiekaders in deze zoektocht, de bedding waardoor de rivier van mijn fascinaties, mijn intuïtie stroomt, dienen behalve de hierboven genoemde werken, boeken en artikelen, de compositie- en uitvoeringspraktijk van de internationale in Haan (Duitsland) gebaseerde componistengroep Wandelweiser, in 1992 opgericht door de componisten Antoine Beuger – met wie ik sinds 1969 bevriend ben – en Burkhard Schlothauer.
De Wandelweiser componisten bouwen voort op de praktijk en esthetiek van John Cage. De uitvoering die John Cage samen met Merce Cunningham (choreografie) en Jasper Johns (stagedesign) in 1970 in het kader van het Holland Festival gaf, en die Antoine en ik samen als schoolvrienden in de schouwburg van Breda bezochten, maakte een verpletterende indruk op ons. In 1990 volgde ik een week lang de masterclass van John Cage in Middelburg, opnieuw een gebeurtenis die me blijvend heeft gevormd.
Aan het werk van de Wandelweiser componisten en in hun kielzog een aantal kunstenaars met andere disciplines kon ik me spiegelen; de samenwerking met een aantal van hen inspireerde mij en stimuleerde mij bij het ontwikkelen van mijn projecten sinds 2012. Ik ben hen daar zeer dankbaar voor!
Als ik mijn zoektocht kort mag omschrijven: hoe kan ik de concepten van Cage, samengevat als ‘unintentional composing and performing’, vertalen naar het theater. Wat mij aantrekt in deze concepten: de rol die toeval daarin krijgt, de rol van stilte, de rol van synchroniciteit, het opnieuw definiëren van een aantal parameters in de muziek, zoals klank, instrument, melodie en het openbreken van compositie als een hermetisch gesloten entiteit.
Het implementeren van toeval, stilte en synchroniciteit in de kunst is avontuurlijk, laat zich niet vastleggen en levert telkens nieuwe vergezichten op; ‘Art is the imitation of nature in her manner of operation’ citeert John Cage Robert Rauschenberg in zijn boek Silence. En hij voegt er zelf aan toe: ‘Or a net’.
Toegepast op het theater? Dan beweegt de zoektocht zich voor mij langs de parameters theatertekst, acteur, acteur en rol, publiek, samenspel, licht, geluid, podium (cq. het theater als uitvoeringsruimte) en de voorstelling als eindproduct.
In de op deze site beschreven projecten experimenteer ik telkens met één of meerdere van deze parameters. Stimulerend daarbij is de samenwerking met andere kunstdisciplines in een internationale context. Het samenwerken met andere kunstdisciplines nodigt uit tot het verkennen van de grenzen van het theater: wat onderscheidt het theater van de andere disciplines? Waar raken theater en film elkaar? Theater en dans? Theater en muziek? Hoe vastomlijnd zijn de grenzen tussen de verschillende disciplines? Of zijn de contouren eerder vaag en is dat het gebied waar het fascinerend wordt.
Het werken met kunstenaars uit een andere culturele context is stimulerend omdat zij vaak een heel andere visie op deze parameters hebben. Het meest fascinerend vind ik tot nu toe mijn samenwerking met Japanse dansers en musici; hun beleving en definitie van publiek, ruimte, uitvoeringspraktijk is wezenlijk anders dan de Westerse. Natuurlijk is dit onderscheid veel te algemeen en generaliserend. Feit is dat zij mijn denken over de uitvoeringspraktijk sterk hebben gevoed.
In volgende blogs zal ik nader op een aantal van deze parameters ingaan; ik zal ze schetsmatig toelichten aan de hand van korte beschrijvingen van het maakproces van de projecten vanaf 2012, van ervaringen en gedachten die daarbij een rol spelen, van citaten uit boeken en interviews die mij verder brengen.
Maak me deelgenoot van je reacties, je gedachten. Ik kijk uit naar je bijdrage aan de zoektocht!